Het is 40 graden en nog maar 9 uur in de ochtend. Ik ben bij het Assale meer in de Danakil woestijn in het noorden van Ethiopië. Dit is één van de heetste plekken op aarde. Hier heersen de Afar. In de verte komen kamelen karavanen met honderden kamelen naar het meer gewandeld. Twee dagen geleden vertrokken ze vanuit Berhale, een dorp in de bergen. Assale ligt lager dan de Rode Zee en heeft daardoor een continue aanwas van zout water.
Hard werken
Hier wordt door de Tigray (bevolkingsgroep) het zout uit het meer gewrikt en door de Afar in blokken gehakt. De Afar laten de Tigray het zwaarste werk doen. Alles lijkt me hier zwaar, zelfs foto’s maken. Als de blokken op maat gemaakt zijn worden ze gestapeld. Elk blok weegt ongeveer 5 kg en een kameel draagt er 20 tot 25. En daarna gaan de karavanen weer terug naar Berhale, waar het zout opgeslagen en verhandeld zal worden. Dat is weer twee dagen lopen door de extreme hitte. Hoe die mensen het volhouden is me een raadsel. Ze vragen om oogdruppels. Ik kan me voorstellen dat het niet goed voor je ogen is. De zon en de weerkaatsing op het witte zout.
Geen reactie's